Geschiedenis van Streefkerk

Ongetwijfeld voert de geschiedenis van Streefkerk ons het verste terug in de tijd. Bij de aanleg van de bezinkingskelder in 2003 werd aan de hand van archeologisch onderzoek door de Raab vastgesteld dat al vele jaren voor onze jaartelling er jagers en vissers hun verblijf hadden op de Streefkerkse donk.

Aan deze donk, een opgewaaid rivierduin uit de ijstijd heeft Streefkerk zijn bestaan te danken. In de vroege middeleeuwen vestigden de eerste bewoners   van deze streek zich op deze uit het veen oprijzende zandheuvel, om vandaar uit met de ontginning van het moerasland te beginnen. Volgens de overlevering noemden deze naar land strevende mensen hun nederzetting Streveland. Op 24 augustus 1280 vinden we de eerste schriftelijke vermelding, als pastoor Johannes het door hem verschuldigde aandeel in de Kruistochttienden betaalt.

Omdat er gekerkt moest worden in het aan de overkant van de Lek gelegen Lekkerkerk ontstond er, door de groei van de bevolking het streven naar een eigen kerk. In het jaar 1495 kwam deze kerk gereed als een laat gotische kruiskerk.  De kerk behoorde aan de scholasticus van St Salvator in Utrecht.

Op St Jacobsdag 1513 werd Streefkerk door de Geldersen aangevallen. Van de 75 huizen werden er 45 vernield en alles wat men gebruiken kon werd meegenomen. Zo bleven de bewoners berooid achter en kon de belasting aan Dordrecht niet worden betaald. In 1572 breidt de reformatie zich over de Alblasserwaard uit en wanneer in het jaar daarop de Diefdijk doorbreekt, betekent dit dat pas in het jaar 1575 de Spanjaarden de Alblasserwaard heroveren. Ook in Streefkerk komen de Spanjolen met hun pekfakkels en de houten huisjes met hun rietendaken moeten er aan geloven. Zelfs de kerk wordt niet gespaard. Een aantal jaren later wordt de kerk herbouwd tot een reformatorische kruiskerk.

Met de komst van de Gouden eeuw begint ook in Streefkerk de welvaart. Enkele uit die tijd bewaard gebleven boerderijen getuigen hier nog van. Uit de verpondingslijst van 1632 weten we dat er toen 106 huizen stonden.
De kerk gaat in 1647 opnieuw in vlammen op. Bij de herbouw wordt het gebouw aanzienlijk uitgebreid, waarbij de symmetrie van de kruisvorm grotendeels verloren gaat. Er komt een prachtig gebeeldhouwde preekstoel, koperen luchters, een nieuw orgel en een rijk versierd klankbord.


Van oudsher vormt Streefkerk een ambachtsheerlijkheid. Dat betekent dat de ambachtsheer het voor het zeggen heeft. Na 1680 komen zij uit het geslacht de Meij en vooral Johannes de Meij is allesbehalve gemakkelijk als het op benoemen van predikanten of onderwijzers gaat. De 18e eeuw is een tijd van achteruitgang ook voor Streefkerk. Geplaagd door dijkdoorbraken wordt het armoetroef in vele gezinnen. De diaconie moet maar al te vaak bijspringen.
Bij diverse branden is veel van het oud-archief verloren gegaan, zodat we uit de vroege geschiedenis maar betrekkelijk weinig weten.
Wat uitvoeriger worden we ingelicht door onderwijzer P. de Jong die een boekje schrijft over de Franse tijd van 1795 – 1815. Ook uit de vele stukken die uit die tijd bewaard zijn weten we veel over de Franse tijd.

Het aantal inwoners in 1840 bedraagt 1337 personen en in 1876 was dit aantal al opgelopen tot 1768 personen.  Omdat Napoleon de heerlijke rechten heeft afgeschaft, verkoopt de familie De Mey de ambachtsheerlijkheid aan Petrus Jacobus Tieleman uit Den Haag. Een van de rechten die behouden blijft is het veerrecht van het Bergstoepse veer.
Voortaan wordt de gemeente bestuurd door notaris Vonk, die tevens burgemeester is. Wanneer deze combinatie bij wet verboden wordt, wordt hij opgevolgd door burgemeester Gautier. In zijn woonhuis Nieuwe Veer 26 is tevens de secretarie gevestigd.
De in hoofdzaak agrarische bevolking in de 19e en begin 20ste eeuw werd vaak geteisterd door diverse veeziekten. Een welvarend dorp was het ook in die tijd allesbehalve.

Helaas, een eigen gemeentehuis ontbreekt nog steeds. Daar was eenvoudig weg geen geld voor. Huwelijken worden voltrokken in het dorpscafé. In dezelfde zaal worden ook de raadsvergaderingen gehouden.
Pas wanneer in 1954 een nieuwe school wordt gebouwd, word de oude hoofdenwoning naast de school tot gemeentehuis verbouwd. Op 6 mei 1914 raakt door een onachtzaamheid van een loodgieter de kerk opnieuw in brand. De alles verwoestende vlammen laten niet veel heel en de andere dag resten van het gebouw slechts de zwart geblakerde muren.
Pas in 1919 kan de geheel volgens oude stijl weer opgebouwde kerk in gebruik worden genomen.

De oorlogsjaren 1940 – 1945 zijn aan de bewoners van Streefkerk niet ongemerkt voorbij gegaan. Het begon al gelijk begin mei toen evacueés uit Wageningen om een onderdak vroegen. Vervolgens dropte een aangeschoten bommenwerper zijn brandbommen boven Streefkerk, waarbij drie door het dak van de kerk vielen, maar gelukkig niet ontploften. Anders was het met de brandspuit waar wel een bom op terecht kwam, die ontplofte.

Ook de kerkklok viel in 1943 in handen van de roofzuchtige bezetter om te worden omgesmolten tot kanonsloop. Honger is er niet geleden en zo konden regelmatig voedselzoekers uit Rotterdam aan eten worden geholpen.

Ondanks het feit dat de bevolking het zelf vaak niet al te breed heeft, leeft men enorm mee heel meelevend als elders mensen door een ramp of oorlogsleed worden getroffen. Een mooi voorbeeld hiervan is de (HARK) actie ( Hulp Actie Roode Kruis) na de bevrijding in 1945. Ten zuiden van de grote rivieren was er, om dit deel van ons land te bevrijden van de Duitse overheersers, door de Canadese en Amerikaanse legers ontzettend veel verwoest. Een voorbeeld hiervan was bijv. Willemstad aan het Hollandschdiep. De mensen waren bijna alles kwijtgeraakt.
Toen na 5 mei 1945 via de HARK een beroep op de inwoners van Streefkerk werd gedaan om goederen o.a. in de vorm van meubilair te schenken aan deze getroffen landgenoten werd hier spontaan gehoor aan gegeven. Hoe deze hulp gewaardeerd werd getuige dit prachtige Delfts-blauwe bord geschonken door de dankbare inwoners van Willemstad.

Na de bevrijding werd er in Streefkerk slechts mondjesmaat gebouwd, zodat vele Streefkerkers elders onderdak moesten zoeken. In 1965 werd burgemeester Dekking opgevolgd door burgemeester Viezee, die tot de herindeling in 1985 Streefkerk heeft bestuurd. Onder zijn bestuur vond de dijkverzwaring plaats die heel wat veranderingen te weeg bracht. Oude bebouwing moest wijken voor een verhoogde, verbrede dijk.

Het  700-jarig bestaan in 1980 werd uitvoerig met allerlei festiviteiten gevierd.

Op dit moment is Streefkerk onderdeel van de gemeente Molenlanden.

* Geraadpleegde bronnen:
–  De geschiedenis van Streefkerk 1280 – 1980 door A. van der Meijden
–  Streefkerk in de tijd toen Nederland van de Fransche overheersing verlost werd P. de Jong